Zwitserse op schoot in New York
New York – In The Big Apple kan alles. Ik ben er op uitnodiging van Kipling, het Belgische merk dat inmiddels wereldwijd gekocht wordt. Overdag zien we in welke sjieke winkels het merk-met-het-aapje te koop is. ’s Avonds ga ik op stap met een collega die in Washington op reportage was.
We willen één keer in ons leven in een groezelige bar belanden, waar wilde meiden rond koperen paaltjes zwieren. De zwarte taxichauffeur grijnst. “Low budget?” voorspelt hij. Tuurlijk, we zijn maar journalisten. Hij zet ons af voor ‘Jimmy’s’ en de portier neemt het van hem over.
Een tafeltje voor twee bij het podium. We zitten in de diepte. Het dansvloertje begint aan onze schouders. Achteraan dat podium een grote spiegel, middenin vier koperen buizen! En daar zijn de meiden. Ze schuiven door, van paal naar paal, met telkens iets minder aan het lijf. Wij zitten aan de vierde paal. Schitterend. Na de laatste act springt het meisje van het podium. Aan de andere klimt er een nieuwe op. Na een kwartier hebben we ze allemaal gezien en zitten we met elkaar te praten zonder nog veel aandacht te besteden aan al dat blote moois boven onze schouder. We hebben het over de job, over voetbal, en we roddelen over collega’s. De ene Budweiser na de andere wordt besteld, we konden net zo goed in een Brusselse kroeg zitten lullen.
Tot plots een boze vrouwenstem in mijn oor fluistert, “Est-ce que je ne suis pas assez belle, messieurs?”. Ik kijk omhoog, en boven een bengelende boezem zie ik de woedende blik van een schoonheid. Ze heet Françoise en ze is Zwitserse. Ze heeft een door god gebeeldhouwd lichaam, we hadden haar al een keer of vijf haar slipje laten uitdoen zonder op te kijken.
Diep beschaamd nodigen wij haar uit voor een glas. Ze glundert. Luttele minuten later voeren wij conversatie in het Frans, in hartje Manhattan, met Zwitserse borstjes die naar ons lonken. Na twee rondjes houden wij de dollars op zak. Françoise neemt beleefd doch kordaat afscheid. Ze heeft toch iets verdiend tijdens haar korte pauze. Mijn collega en ik hernemen ons gesprek, over Anderlecht en de Champions’ League.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten