Dood
-Het was een schitterende ochtend. Blauwe hemel, 15 graden in het vooruitzicht. Eindelijk lente! Op mijn gsm las ik een boodschap van mijn jongedame: "Pa, ik heb een piercing in mijn oor".
Nu heb ik al piercings gezien in schattige naveltjes, in kokette tepeltjes en in neusvleugeltjes. Ik weet dat er piercings bestaan op plekken waarvan ik niet mag dromen dat er een stuk metaal doorheen wordt geboord. Maar in een oor? Is dat dan geen oorbel? Neen, niet in de lel, wel in het kraakbeen. Brrrrr.
-Ze kwam naar beneden en ik bewonderde het ringetje. Ik merkte dat het pijn deed maar dat ze het niet durfde te zeggen. "Schoon zijn doet pijn" zeggen ze in Gent. Mijn andere jongedame monsterde haar zus en keek dan naar mij: "En bij jou begint er haar uit jouw oren te groeien".
We waren nog aan het schateren toen de telefoon ging. Alarm in het ziekenhuis.
-Ma lag er zielig bij. Bloeddruk 4,5. Daarmee blijft zelfs een boterbloem niet rechtop staan in de weide. Blikken heen en weer. Is dit het einde? Na meer dan drie maanden vechten? Na hoop en wanhoop en weer hoop? Godverdomme!
-Er wordt vlug een beurtrol georganiseerd. Zus blijft hier terwijl ik ga eten. Thuis smaakt de Porto niet, en toch drink ik er drie. Vlug weer naar kamer 293. Aflossing van de wacht. Met dromerige blik kijkt ze mee naar het nieuws van 13 uur. Iets over Afghanistan. "Ik zal daar eens gaan meevechten", zegt ze lachend. Ze legt haar hand op de mijne. IJskoude hand, warme blik. "Wanneer gaat ge eens leren zelf uw hemden strijken, manneke?". Ik proest het uit en beken dat ik een slechte huisman ben.
-Nieuwe aflossing. Maar ik ben amper thuis als de telefoon rinkelt. Alles is voorbij. Pietje De Dood heeft gewonnen. De smeerlap. Als ik die eens tegenkom... zal hij weer winnen zeker?
-Aan allen die het weten willen: ze was een goede moeder.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten