donderdag 4 maart 2010

Mugo en de kaarten

Heeft u een artiest in de familie? Ik gelukkig wel. Mugo noemt mijn neef zichzelf onderaan zijn kunstwerken. Ik heb een paar dingen van hem aan de muur hangen thuis. En soms grappen we samen dat ik daar miljonair mee zal worden, lang na zijn dood, als hij wereldberoemd is. Maar ja, hij is amper drie jaar ouder. Het zullen de kleinkinderen zijn, die op veilingen in Tokio of New York honderdduizenden dollars vangen voor het werk van een voorvader.

Mugo tekent geen sneeuwlandschappen. Ook geen fruitschalen. Hij houdt van het vrouwelijke fruit, en dat weet hij in de mooiste vormen en houdingen weer te geven. Af en toe heeft hij van die periodes waarin hij alle naakte dames die hij schildert, ook nog siert met een speelkaart die guitig tussen hun billen uitsteekt.

Ik herinner me nog dat vroeger mijn vader en moeder fier naar de tentoonstellingen van Mugo trokken. Een artiest in de familie, dat vonden ze wel leuk. Maar steevast kwam mijn moeder boos terug en merkte een beetje verontwaardigd op: “Waarom moet er toch altijd een speelkaart tussen de billen van die blote meiskes zitten?”.

Mijn vader glimlachte en vond dat allemaal niet zo erg. Tenslotte was de artiest de zoon van zijn broer.

Echte kunstenaars zijn niet rijk. Dus reed Mugo lang rond met de enige donkerblauwe Lada die nog tijdens het Sovjetregime werd gebouwd. De eeuwige vrijgezel zou geen ander voertuig willen. En menig mooie vrouw heeft naast hem gezeten, in die tank zonder vering.

Soms, tijdens een vernissage herken ik in het publiek de edele trekken van dames die ik op zijn kunstwerken hun troefkaart zie uitspelen. “Is zij dat, van de ruiten zeven?”, fluister ik dan in het oor van Mugo. Zijn lachje is telkens weer geheimzinnig, een beetje Mona Lisa-achtig, en dan murmelt hij: “Discretie is het hoogste goed van de liefde”.

Waarom is hij geen dichter geworden?

Hoewel, hij tekent gedichten en legt zijn ziel bloot. Een echte artiest dus. Eentje om fier op te zijn dat hij je familienaam draagt.